Donateursexcursie Zuid-Beveland 24 mei 2024

Gepubliceerd op 28 mei 2024 om 16:00

De route voerde deze keer door de noordkant van Zuid-Beveland, rond Wolphaartsdijk tussen Goes en het Veerse meer.

Dirk Jan Lucassen, Gerard Smallegange en Jos de Regt vertelden tijdens de rit allerlei wetenswaardigheden over het heden en verleden van de streek.

Vanaf Café-restaurant De Oranjeboom aan de Nieuwe Rijksweg 21 's-Heer-Hendrikskinderen vertrok de volle AMZ-bus richting de Wilhelminapolder. Deze polder, een zeer vruchtbare polder, is in het verleden gekocht door Rotterdamse investeerders en was in 1809 een tijdlang de grootste polder van Nederland. Het uitbaten van een polder was toentertijd een zeer lucratieve investering.

De naam van deze polder doet denken aan Koningin Wilhelmina. Dat blijkt toch wat anders te liggen. De Wilhelminapolder heette eerst de Lodewijkpolder. De Lodewijkpolder was een project van de Franse koning Lodewijk Napoleon (1800). Echter toen Napoleon definitief verslagen was door o.a. de Engelse legers vond men deze naam niet meer passend en werd de naam Wilhelmina polder gekozen, naar de vrouw van Koning Willem I.

Wolphaartsdijk lag vroeger op een eiland, omsloten door de zeearm de Schenge en de zeearm die Noord-Beveland scheidde van Zuid-Beveland. Vele indijkingen verder en na de uitvoering van de Deltawerken (afsluiting van de Zandkreek in 1960) werd de Schenge een inlandse kreek en was aan de andere kant het Veerse meer ontstaan.

Wolphaartsdijk / Voorheen Oostkerke

Rond 1960 besluit het bestuur van de gemeente Wolphaartsdijk dat het beter is om de naam van het dorp Oostkerke door Wolphaartsdijk te vervangen. Zo wordt de naam van het eiland de naam van het dorp. Geen overstroming maar een pennenstreek doet de naam Oostkerke verdwijnen.

 

We zijn inmiddels met de bus aan het Veerse meer aangekomen. Herkenbaar zijn nog muraltmuurtjes, ooit gemaakt om een stormvloed te kunnen trotseren.

Als gevolg van deze afsluiting van het Veerse gat kon ook het veer van Zuid naar Noord- Beveland vervallen; het Katseveer werd vervangen door een brug. In de naamgeving van de wegen komt het veer nog terug. Voor de kenner is de aanlegsteiger van de veerboot naar Kortgene nog te herkennen.

Op naar de boerderij van de familie Smallegange, jazeker familie van Gerard.

Deze boerderij wordt momenteel gerund door neef Jos Smallegange. Vader Johan Smallegange (broer van Gerard) woont in het andere huis op het erf. In een karakteristieke boerderij bouwt Jos met verschillende werkzaamheden een bestaan op. Heel divers, zoals een paardenstalling, bessenteelt, landbouwadviseur, lesgeven en landbouwstages regelen. De ene kant van de schuur is met riet bedekt is en de andere kant met dakpannen. Dit is geheel volgens traditie: het deel waar de dieren stonden was bedekt met dakpannen omdat deze beter bestand zijn tegen de ammoniak uitstoot van het vee dan een rieten dak.

We rijden verder door een gebied wat bekend staat als een ‘bijstere’ hoek. Bijster is een oude Zeeuwse benaming voor een woest onherbergzaam gebied. Niet bijster goed dus…

Ondertussen rijden we langs de akkers van boer Jansen die wel een heel bijzonder gewas teelt. Niet eenvoudig om dit te herkennen. Het blijkt Ethiopisch mosterdzaad te zijn. Een blauwpaars gewas wat eetbaar is maar ook als groenbemesting en voor de oliewinning uit de zaden wordt gebruikt.

Op naar de boerderij Hofstede Veldzicht aan de van Strienweg 4. Eind 2015 is Hofstede Veldzicht door de familie Van Strien aan Het Zeeuwse Landschap geschonken. De familie heeft hier sinds de bouw in 1700, tien generaties lang, gewoond en geboerd. De schenker, de heer Adrie van Strien, is er tot zijn overlijden in juni 2021 blijven wonen.  De renovatie van de schuur is inmiddels klaar, het woonhuis wacht ook nog een grote beurt. De tractorverzameling van dhr. Van Strien is weggehaald, maar er zijn meer mensen met deze hobby. Inmiddels is er een nieuwe verzameling tractoren van een andere verzamelaar voor in de plaats gekomen.

Gerard  had eerder voor Omroep Zeeland een uitzending gemaakt waar deze bijzondere boerderij van alle kanten werd belicht. Het is te hopen dat Het Zeeuws Landschap er voor zorgt dat de boerderij snel een bestemming gaat krijgen.

Kort daarna belanden we bij Brasserie de Panhoeve in 's-Heer Arendskerke. Een mooi voorbeeld van herbestemming van een oude schuur. Na een hapje, drankje en babbeltje stappen we de bus weer in om de reis door het voormalig eiland Wolphaartsdijk te vervolgen.

We rijden richting de Egberts Petruspolder, een polder van 65 ha met 1 boerderij gelegen in het uiterste noordwesten van het voormalig eiland Wolphaartsdijk. We passeren nog een kasteel, boerderij 'De Piet' herinnert nog aan het voormalige kasteel. Helaas net niet zichtbaar door het vele groen eromheen. Gerard memoreert nog een aantal van dergelijke kastelen die op verschillende plaatsen werden gebouwd om de Noormannen - met succes- te kunnen weren. Denk hierbij aan Burgh Haamstede, Domburg, Vlissingen, Middelburg, Kruisschans en Slot Saeftinghe in Zeeuws-Vlaanderen.

Als we teruggaan naar het startpunt rijden we door de Broeder-en-Zusterpolder. Een wat merkwaardige naam waar niemand de echte oorsprong van kent. Het is een Schengepolder, de betreffende schor was ter bedijking verkocht aan een Franse investeerder, familie Cattoir.

De eerste boerderij in deze polder, ‘Zwaluwenoord’ werd gebouwd naar het model van een Franse kasteelboerderij. Het geplande bezoek aan deze boerderij kon door een misverstand helaas niet doorgaan. Met een gehavende bus (verlies ruitenwisser en verlies van stuk beplating van de zijkant) komen we ondanks dat toch goedgemutst en tevreden terug bij Café-restaurant De Oranjeboom. Kennis gemaakt met een stukje Zeeland dat aan alle verhalen te horen een lange en interessante geschiedenis heeft meegemaakt. Een geschiedenis waarin boeren en boerderijen een belangrijke rol hebben gespeeld.