Interview met Marc van Acker en glazenier Anne Thomaes
Aan de Tolweg 67 in Absdale (bij Hulst) bevindt zich het familiebedrijf van Acker. Marc is bijzonder begaan met het behoud van het agrarisch erfgoed. Hij heeft eigenhandig een van de schuren zoveel als mogelijk in oude stijl en met oude materialen herbouwd. Zijn liefde voor het agrarisch erfgoed was de regiovertegenwoordigers van de BSZ al eerder opgevallen. de BSZ heeft uit het Aart Woutersen Fonds in 2024 € 500 uitgekeerd voor het herplaatsen van enkele oude ramen in de schuur. Het Aart Woutersen fonds is ingesteld om eigenaren een kleine financiële bijdrage te geven voor het herstel van oude elementen. Uiteraard is de € 500 slechts een fractie van de kosten , het is in dit geval dan ook meer een blijk van waardering dan een substantiële financiële bijdrage.
Anne Thomaes was vroeger het buurmeisje van de familie van Acker.
Zij heeft nu een eigen bedrijf als glazenier. Zij heeft de ramen in de schuur voorzien van monumentenglas.
In onderstaand interview met Marc en Anne leest u hoe de herbouw tot stand is gebracht en meer over de achtergrond hiervan.
Willen jullie jezelf even voorstellen?
Mark: Ik woon met mijn vrouw Ellen en onze kinderen Emma en Job hier op het fruitbedrijf. Mijn opa, vader en oom boerden hier en het was logisch dat ik mijn vader opvolgde in het bedrijf. Na de landbouwschool heb ik met mijn vader een maatschap gevormd.
Kan je ons wat meer over het bedrijf vertellen?
In november 1925 is mijn opa vanuit Heikant met vrouw en kinderen naar de boerderij in Absdale gekomen. Hij kreeg de leiding over de boerderij van de familie Plasschaert, die naar St. Jansteen ging wonen. Het bedrijf was 60 ha groot. Er waren 2 knechten, een koejongen , een meid en 4 à 5 arbeiders plus de nodige paarden en rundvee. Zijn loon bedroeg 100 gulden per maand plus kost en inwoning. De eerste jaren zijn in loondienst geweest , later de helft van de opbrengst en daarna volledig in pacht. Op het erf staat nog een prachtig, origineel wagenhuis en de oude bakkeet is er ook nog te herkennen. In de schuur waren vroeger bij de paarden de ruimtes waar de knechten sliepen.
Een oom en tante waren de volgende bewoners en toen zij stopten hebben wij het huis kunnen kopen. Zoals gezegd vormde ik eerst een maatschap met mijn vader. Maar de fruitteelt trok me meer dan de akkerbouw en in de loop van de tijd kwamen er steeds meer appel- en perenbomen bij. Tegenwoordig bestaat de hoofdmoot uit peren en hebben we nog een beetje akkerbouw. Het bedrijf is nu 40HA groot. Behalve de schuur die ik nu heb herbouwd is er een originele schuur waar we koelcellen in hebben gemaakt.
Anne, hoe ben jij in je bijzondere vak terecht gekomen?
Anne: Dat is eigenlijk per toeval zo gekomen. Ik was altijd al graag creatief bezig en op een gegeven moment kwam de Vakschool in Schoonhoven in beeld. Die hadden een aparte opleiding tot glazenier, een 4-jarige opleiding. Ik leerde er de technieken van glas-in-lood en brandschilderen. Het ontwerpen, maken en restaureren van deze ramen is een belangrijk onderdeel van de werkzaamheden van een glazenier.
Een glazenier krijgt de opdrachten meestal van kerkbesturen, aannemers of particulieren die een glas-in-lood raam willen laten maken of restaureren. Bij atelier van den Bergh in Hulst mocht ik meekijken met het vak nog voordat ik de opleiding begon en hier ben ik echt verliefd geworden op het brandschilderen en glas in lood. Nu is de opleiding tot glazenier onderdeel van de Kunstacademie.
Ik woon zelf nu in Knesselare (België) maar heb mijn atelier bij mijn ouders hier in Absdale.
Marc, best wel opvallend is je drijfveer om in oorspronkelijk stijl terug te bouwen, hoe is dat zo gekomen?
Van jongs af aan had ik altijd al een liefde voor gebouwen, mooie dingen en als hobby zelf dingen kunnen maken. Als mijn ouders geen boerderij hadden gehad, was ik wellicht in de wereld van de bouw terechtgekomen.
Ik zag om me heen hoe op andere boerderijen de originele schuren verdwenen en er moderne damwandschuren voor in de plaats kwamen. Ik vond het jammer dat het uiterlijk van de streek zo veranderde. De nieuwe bedrijven hadden soms een meer industrieel aanzien in vergelijking met een klassiek boerenerf. Ik wilde zelf dan ook mijn steentje bijdragen (zowel letterlijk als figuurlijk ) om de oude uitstraling van ons erf zoveel mogelijk te behouden. Ik heb mezelf al die vaardigheden van de bouw eigen gemaakt. Als ik zelf de herbouw niet had kunnen doen en alles door een aannemersbedrijf had moeten gebeuren, was het financieel ook niet haalbaar geweest.
Kan je wat meer over het hele traject vertellen?
De oude schuur had een asbest dak, dat is uiteraard door een erkend asbestverwerkingsbedrijf verwijderd. Het afbreken van de schuur heb ik zelf gedaan. Alles is afgebroken op een stuk muur aan de achterkant na, dat was nog in relatief goede staat. De oude stenen hebben we allemaal afgebikt om weer te kunnen hergebruiken. We hebben dat gedaan samen met vakantiewerkers van ons bedrijf; ze vonden dat ook leuk om ter afwisseling te doen.
Ik speur al heel lang het internet af naar voorbeelden van boerderijen en dingen die ik mooi vind, het hoeft voor mij niet helemaal precies streekeigen te zijn. Alhoewel, de boeken van Gerard Smallegange heb ik natuurlijk wel!
Het verkrijgen van een vergunning was geen probleem, de gemeente was blij dat er een schuur nog in stijl werd herbouwd. De tekening voor de spanten heb ik laten maken, maar daarna heb ik alles zelf gedaan: spanten maken, ankers plaatsen in het beton, metselen, houtwerk aan de buitenkant, ramen plaatsen etc. Wel ben ik bij het opmetselen nog geholpen door een metselaar, anders zou het wel erg lang hebben geduurd.
De ramen zorgen mede voor de authentieke uitstraling; welke andere elementen heb je nog allemaal gebruikt?
De nieuwe mendeuren heb ik in België in stijl laten maken. De deuren in de kopgevel heb ik tweedehands gekocht van een oude schuur in Merksplas (België). De hengen en duimen heb ik bij een smid in IJzendijke naar origineel model laten maken.
De ramen waar het dus voor de BSZ om ging heb ik via internet tweedehands gekocht en ze laten poedercoaten.
Ik ben inmiddels 2 jaar bezig en het is nog niet helemaal af. De goten (ronde mastgoten) moeten er nog aan en ik ben nu bezig met het maken van de boeiboorden. De kozijnen aan de voorkant moeten er ook nog in en ik wil het geheel natuurlijk nog afmaken met een mooie makelaar.
Ook de bestrating ga ik weer in stijl terugbrengen.
Voor het dak heb ik uiteindelijk gekozen voor moderne dakplaten en voor de spanten heb ik wel staal gebruikt.
Anne, wat maakt monumentenglas zo apart?
Monumentglas is glas met een oude uitstraling. Door de wemeling in het glas heeft het een oude uitstraling. Het glas is mondgeblazen in cilindervorm. Als het nog heet is wordt de cilinder opengesneden en kan het glas plat gemaakt worden. Vanwege de gebruikte techniek is monumentenglas wel circa 5x duurder dan standaard glas. Glas-in-lood ramen kunnen isolerend gemaakt worden door die tussen normaal dubbel glas te plaatsen.
En uiteraard gebruiken we stopverf om het glas in het raam te plaatsen, moderne kits passen daar niet bij!
Zie de website van Anne voor o.a. foto’s van haar werk https://glasatelierthomaes.com/
Mark, tot slot, wat wil je de lezers van dit interview of de BSZ nog meegeven?
Het doet me altijd pijn te zien hoe in de omgeving mooie schuren verdwijnen. Als ik aan ‘de overkant’ ben zie ik daar nog wel vaker de authentieke zwarte boerenschuren staan, gewoon naast de nieuwe schuren.
Het zou mooi zijn wanneer er een regeling was waardoor het onderhoud of herbouw makkelijker financieel haalbaar is. Bedrijven kunnen wel gunstig voor de belasting in machines investeren maar veel lastiger is het investeren in gebouwen. De waarde voor de WOZ stijgt hierdoor en die kosten komen elk jaar terug. Zoals ik de schuur in stijl heb herbouwd, was alleen maar mogelijk omdat ik alles zelf heb gedaan. Als ik een aannemer had moeten inschakelen was het niet mogelijk geweest.